Olietanks in particuliere grond verwijderen

Vergunningen en meldingen worden behandeld door de afdeling VTH Bladel. Wil je meer informatie of een afspraak maken? Neem dan op werkdagen tussen 9 en 12 uur telefonisch contact op via 0497 - 36 16 36 of maak een afspraak via het contactformulier.

Wat is het?

Een olietank of brandstoftank in de grond kan roesten of lekken. De grond kan hierdoor vervuild raken. Als er een olietank of brandstoftank onder de grond in je tuin ligt, dan moet je dit melden bij de gemeente.

  • Als je de tank niet meer gebruikt dan moet je de tank laten weghalen door een erkend bedrijf. Laat altijd een bodemonderzoek uitvoeren.
  • Als je de tank nog gebruikt, dan moet je de tank elk jaar laten keuren.

Hoe werkt het?

  • De verwijderingsplicht geldt niet voor tanks die vóór 1 januari 1999 zijn gesaneerd (schoongemaakt) door een Kiwa-erkend bedrijf.
  • De verwijderingsplicht geldt ook niet voor tanks die vóór 1 maart 1993 zijn gesaneerd.

De gemeente kan jou als eigenaar toch verplichten aanvullende maatregelen te nemen. Vroeger werden tanks namelijk niet altijd even grondig gesaneerd.

Wat moet ik doen?

Je meldt bij de gemeente dat er een tank in je grond ligt.

  • Als je niet de eigenaar van de grond bent, maar wel de huurder, dan moet je dit doorgeven aan de verhuurder. Laat altijd een bodemonderzoek doen. Als de grond vervuild is, moet je deze laten schoonmaken.
  • Als je de tank niet meer gebruikt, dan vraag je een Kiwa-erkend bedrijf om de tank weg te halen. De adressen van deze bedrijven vind je  op www.kiwa.nl. Alleen als dit echt niet anders kan, mag de tank blijven liggen. Het Kiwa-erkend bedrijf maakt de tank schoon en onklaar.
  • Als je de eigenaar bent en je gebruikt de tank nog, dan moet je de tank elk jaar laten keuren. Zorg er ook voor dat je je verzekert tegen de gevolgen van bodemvervuiling.

Aanvullende informatie

Soms is het lastig om te bepalen of er een olietank aanwezig is.

  • Aanwijzingen in je tuin zijn een putdeksel, een koperen dop, een ontluchtingspijp of vreemde verzakkingen. Olietanks liggen nooit meer dan 1 meter diep.
  • In de kelder of de kruipruimte wijst een ongebruikte leiding op olieaanvoer. Oude olieleidingen zijn makkelijk te herkennen: ze zijn minimaal 2 keer zo dik als gasleidingen en hebben een doorsnede van circa 6 centimeter.
  • Soms weten je buren of de vroegere bewoners of er een tank in de tuin ligt.
  • Oliehandelaren weten meestal welke huizen vroeger oliestook hadden.